Het verschil willen kunnen maken

Voor een reanimatiecursus moest ik ter voorbereiding een paar instructiefilmpjes bekijken. Er kwam veel emotie los. Ik denk dat het te maken heeft met dat mijn vader vroeger huisarts was en ik op de telefoon moest passen als hij er niet was. Ik voel een grote angst dat ik moet handelen als iemands leven ervan afhangt.
Pauline: Wat ervaar je nu? 

Bang en ook iets moois. Dat heeft te maken met handelen en het feit dat je daarmee het verschil kunt maken.
Pauline: Je zat vroeger in een complexe situatie: enerzijds is je vader huisarts en die maakte verschil. 

Ja, dat raakt me nu ook.
Pauline: Dat jochie is ook trots op zijn vader, klopt dat?

Ja, zeker.
Pauline: Aan de andere kant moest jij de telefoon bewaken en stond je ineens in zijn schoenen, terwijl die schoenen voor jou nog veel te groot waren.

Ik voel me nu opnieuw ontzettend bang.
Pauline: Wat is je angst wanneer je in die te grote schoenen staat?

Dat ik het niet goed genoeg kan doen.
Pauline: En dat jij daarmee niet een positief verschil kunt maken.

Poeh, ja. Ik voel nu veel pijn.
Pauline: Door wat je voelt alleen angst te noemen, hoef je de pijn niet te voelen. Maar als je deze pijn niet voelt, gaat ook je hart niet open. En daarmee kun je niet handelen naar je hart.

Terwijl het me wel daarom gaat.
Pauline: Je weet nooit zeker of je iemand kunt redden. Ben je bereid te geven wat je hebt, vervolgens het resultaat toe te laten, waardoor je hart openblijft en je zo de volgende keer weer alles kunt geven wat in jouw mogelijkheden ligt.

Ik heb het tot nu toe uit angst afgesloten. Ik ben heel blij dat ik het nu wel kan toelaten.
Dank je wel dat je het deurtje verder open hebt gezet.


Pauline Botden