Weerstand om te openen

Ik heb zo’n weerstand om me te openen. Ik ben gewoon bang dat ik dan zie dat er niemand is voor mij.
Pauline: Terwijl je dit zegt draait je hoofd naar opzij. Word je ook wantrouwend?

Ja, herkenbaar. Ik geloof nu ook bijna niet dat jij gewoon blijft zitten.
Pauline: Wat ervaar je wel nu, in deze onderkenning?

Ik voel me rustiger worden, ik zit stevig.
Pauline: Ben ik er nog voor jou?

Ja. En ik ben nu ook meer bij mezelf.
Pauline: Mooi. En als jij wilt dat ik hier ben en ik zou opstaan…?

Ik zou dan willen zeggen: ‘kom terug’!
Pauline: Oké. Je ervaart nu je potentie, waarmee je vanuit jezelf gezien niet een lijdend voorwerp bent.

Ja, dat voelt goed.
Pauline: Is er nu openheid?

Ja.
Pauline: In de ruimte die je nu ervaart en die je bent, kun je jezelf ‘houden’.  Ook als er weer angst en wantrouwen opkomt. Daarbij weet je dat er kracht is om de ander erbij te halen.

Het raakt me dat ik dan ook toegeef dat ik de ander nodig heb.
Pauline: Dat is een grote shift voor je, zo te zien.

Nou, spannend! En ik ben er ook blij mee, ik voel me zachter. Ik ben blij dat ik dit hier heb kunnen neerleggen.
Dank je wel.