Mijn kind is transgender en wil naar het andere geslacht. Ik wil mijn kind aanvaarden zoals het is. Toch zie ik het ook als het oplossen van een ongemak wat er nu eenmaal is. En dan weet ik het niet meer.
Mauk: Dit speelt op dit moment voor veel ouders. Dat komt omdat we in een postconventionele cultuur leven waarin de externe bepaling van wie je bent afneemt en vaak ook verworpen wordt. Dat geldt ook voor de identiteit van ‘man’ en ‘vrouw’.
Dat lijkt me niet per se verkeerd.
Mauk: Nee helemaal niet. Mensen bevrijden zich daarmee van collectieve externe ideeën over wie ze zijn of zouden moeten zijn.
Dan kunnen we zelf bepalen wie we zijn.
Mauk: De zoektocht naar wie we zijn komt veel meer open te liggen. En dat is op zich een goede zaak. In de Levensschool doen we zelfonderzoek om de vraag ‘Wie ben ik?’ vanuit een innerlijke oriëntatie steeds dieper te kunnen beantwoorden.
Maar mijn kind doet geen onderzoek, want het weet de uitkomst al.
Mauk: Jij weet op basis van zelfonderzoek hoe het is om thuis te zijn bij jezelf. Op het moment dat je thuis bent, is er zelfherkenning, is er blijdschap en is er geen probleem. Dan hoef je ook geen nieuwe identiteit op te tuigen of je biologische ondergrond aan te passen. Dit is een zijns-georiënteerde kijk op je mens-zijn.
Maar mijn kind wil er wel iets mee.
Mauk: Daar heb jij uiteindelijk geen controle over. Vanuit je zorg als ouder kun je je kind wel zoveel mogelijk in zijn essentie zien en daarmee de zoektocht van de ziel naar wie het als uniek mens is, ondersteunen. Jij hoeft dan niet in gevecht ook al ben je het er wellicht niet mee eens. Zelfs waar je weet dat, indien de ingreep eenmaal uitgevoerd is, de zoektocht naar de beantwoording van de vraag ‘wie ben ik’ doorgaat.
Dank je wel. Daar kan ik wel even verder mee.
Mauk Pieper