Ik zat gisteren in afweer en wilde naar huis, vroeg me af wat ik hier deed en zo. En ik had daar een vet oordeel over.
Pauline: Is het nu oké dat dit er allemaal is? Wat niet wil zeggen dat het niet ongemakkelijk voelt, alleen dat er mogelijk geen gevecht meer mee is.
Ja. Ik ben meer ontspannen. Ik heb ook heel goed geslapen.
Pauline: Fijn. Alleen, ben je nu meer ontspannen door je slapen of doordat je dit mechanisme hebt gezien en er even geen gevecht meer is?
Oef.
Pauline: Je ervaarde gister een gevoel van wegwillen. Met een oordeel dat dat niet mocht. Wiens stem is het, die een oordeel heeft over jouw opstand? Naar wie luister je nog steeds?
Dat is mijn moeder. Alleen, het is zo sterk dat ik denk dat ik het ben.
Pauline: Tot nu toe. Dat is de identificatie met die stem. Van origine is het niet van jou. Wat is je grinnik?
Ontspanning, humor.
Pauline: Een teken dat je nu doorziet dat dit oordeel niet van jou is.
Wat maakt het dan zo sterk?
Pauline: Blijkbaar ervaarde je minder spanning in je gezin van herkomst, als je naar je moeder luisterde.
Nou, ik ging juist ook heel erg tegen haar in.
Pauline: Als je er tegenin ging, heb je haar juist ook gehoord. Het kan een automatisme worden om je moeder dan maar voor te zijn.
Ja dat was wel belangrijk.
Pauline: Hoe is het nu?
Verdrietig en rustig.
Pauline: Dan kun je nu verder onderzoeken wat er gister aangeraakt was, waardoor je weg wilde.
Dank je wel.
Pauline Botden