Ik zit een beetje klem. Ik heb mijzelf aangeleerd om altijd te weten hoe ik ergens uit kan stappen. Dat zekerheidje ben ik nu kwijt. Ik kan niet meer bij mijn vriendin weg, want we hebben een kind gekregen. Dat voelt heel erg benauwend.
Mauk: Zou je bij je vriendin willen kunnen blijven?
Ja graag.
Mauk: Is dat alleen omdat jullie een kind gekregen hebben of ook omdat je bij haar wilt blijven?
Ik zou heel graag bij haar willen kunnen blijven.
Mauk: Het is dus eerder: Ik wil bij haar blijven en we hebben ook een kind.
Ja dat is wel de situatie die ik nauwelijks hardop durf uit te spreken.
Mauk: Dat is een iets andere situatie dan hoe je hem eerst aangaf, toch?
Ja, maar ik kan niet weg.
Mauk: Ik begrijp dat je heel graag bij haar wilt blijven en dat er een heleboel materiaal in jou is, dat bang is opgesloten te zijn, niet te weten hoe het te doen, enzovoort.
Het is makkelijker om weg te lopen.
Mauk: Dat lijkt misschien nog zo, maar het is niet je hartewens. Mag alles wat je hartewens tegenwerkt in jou, omhoogkomen? Alle oude woede, alle wantrouwen en pijn over relaties, die je van haar wegvoeren als je het niet wil omarmen?
Als het zo zit, dan ben ik daar zeker toe bereid.
Mauk: Dank je wel!
Mauk Pieper