Ik heb helemaal geen herinneringen aan dat mijn ouders samen zijn. Gisteren werd ik in een oefening, door ‘beiden’ afgewezen. Ik werd daar eerst blij van en daarna heel erg verdrietig.
Pauline: Waar werd je blij van?
Ik ervoer een basis toen ik hen even ‘samen’ zag in dat ze het eens waren met elkaar; dat voelde zo fantastisch.
Pauline: En wat was het verdrietige voor jou?
Ik besefte dat ik niks heb gehad om mijn leven op te bouwen.
Pauline: Jij kent de relatie van je ouders niet als basis in jezelf, en dan word je blij dat je ze nu wel bij elkaar ziet, ook al wijzen ze je beiden af. Dat is natuurlijk intens schraal.
Ik ben altijd gedeeltelijk afgesloten geweest, omdat het zo’n pijn deed. En doet.
Pauline: Je hebt je ouders niet als samen voor jou ervaren. Dat is diep pijnlijk omdat er een heel ander verlangen in je hart leeft. Een verlangen is ook een weten hoe het kan zijn.
Ja zo is het, het doet heel veel pijn en het geeft zoveel potentie.
Pauline: Mooi. De diepe pijn toelaten scheurt je hart niet kapot; je hart scheurt open.
Nu wordt het rustiger. Alle vragen die ik had, verdwijnen. En ik weet niet hoe verder.
Pauline: Je weet het niet en er is wel weten. Hoe is het in je hart?
Dat staat open. Er brandt een vuur. En dan is het direct weer pijnlijk.
Pauline: Kun je aanwezig blijven terwijl je ‘open gebrand’ wordt?
Merk je dat je steeds rechter zit en groter wordt?
Het wordt voller.
Pauline: Wat zegt je hart?
Ja! Leven!
Dank je wel.