Wat is een burn-out?
Bij een burn-out is je systeem opgebrand. Je voelt je leeg van binnen. Je hebt jezelf een hele tijd flink overvraagd en nu kun je niet meer verder op de manier zoals je gewend bent de dingen te doen. De meeste mensen associëren burn-out met werk, maar je kunt ook burn-out raken door een heftige gebeurtenis in je privé-leven, zoals het overlijden van een naaste.
Een samenloop van verschillende dingen
Meestal spelen verschillende dingen tegelijkertijd, waardoor je burn-out raakt. Er zijn dingen gebeurd of staan te gebeuren die spanning veroorzaken, zoals ziekte of een overlijden. Je hebt verplichtingen waar je steeds lastiger aan kunt voldoen, zoals je werk, maar ook de opvoeding van je kinderen. Daarnaast spelen er misschien geldproblemen of relatieproblemen. En vaak ervaar of krijg je geen steun van je omgeving. Je doet de dingen alleen.
Wanneer is er sprake van een burn-out?
Het leven brengt spanning met zich mee. Een beetje spanning is niet erg. Dat houdt ons alert. Maar als je een lange tijd te veel spanning in je leven hebt waar je niet goed mee om weet te gaan, raak je overspannen. En als je daar niet mee om weet te gaan, het niet lukt om de dingen anders te doen en dat langer dan een half jaar duurt, spreken we van een burn-out.
Je bent jezelf kwijtgeraakt
Je herkent jezelf niet meer terug. Waar is je energie en je levenslust gebleven? Je hebt geen plezier meer in de dingen waar je voorheen zo blij van werd. Je vlammetje is uitgedoofd. Je bent het contact met jezelf en datgene wat voor jou belangrijk is kwijtgeraakt.
Je bent de hele tijd aan het piekeren
Je hoofd draait op volle toeren. Er zijn allerlei gedachten die je niet ondersteunen. Je probeert een oplossing te vinden. In je hoofd kom je niet tot rust. ‘s Nachts is het vaak nog erger, waardoor je slecht en onrustig slaapt en moe wakker wordt. Je bent rusteloos door al die gedachten die maar niet ophouden.
Geestelijk en lichamelijk ben je uitgeput
Je bent zo moe. Je hebt geen energie meer. Misschien heb je last van hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en allerlei spanningen in je lichaam, zoals in je nek en je rug. Geestelijk merk je dat je moeite hebt met concentreren en/of dingen onthouden.
Je bent prikkelbaar
Je kunt heel weinig hebben van de mensen om je heen. Je huilt snel en/of bent veel sneller dan anders geïrriteerd. Je kunt niet tegen drukte en lawaai. Dat zijn voor jou veel te veel prikkels. Je systeem is overprikkeld en jij kunt er niets bij hebben.
Het lukt je niet meer om je dagelijkse bezigheden te doen
Het lukt je niet meer om de dingen te doen die je altijd deed thuis, op je werk, tijdens je studie, in je contacten en/of in het verkeer. Je hebt het gevoel dat je de grip op je leven kwijtraakt. Er speelt teveel, er wordt teveel van je gevraagd, je krijgt het niet meer rond.